Detect and Avoid air traffic for Drones (DAD)

Inleiding

Voor de groei van de Nederlandse dronesector is het noodzakelijk dat drones en bemande luchtvaart het luchtruim delen. Het luchtruim is namelijk te klein en te gecompliceerd om het op te splitsen. Om het gedeelde gebruik van het luchtruim mogelijk te maken, wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van de zogeheten U-Space*. Maar om U-Space te laten werken voor alle drones en drone-operators in Nederland is het essentieel dat voor drone-operators een detect and avoid air traffic software-oplossing wordt ontwikkeld, zodat drones en bemande luchtvaart veilig van elkaar gescheiden worden en er geen inbreuk wordt gemaakt op de vliegveiligheid.

U-Space

U-Space is een reeks diensten om drone-operators te helpen bij het naleven van de nieuwe regels, terwijl de EU-lidstaten het groeiende aantal drones in hun luchtruim kunnen beheren.

Eindresultaat

Het eindresultaat is een dienst onder de naam Detect and Avoid Air Traffic Software voor drones (DAD), geschikt voor B2B, overheden en gemeenten. De DAD-software moet als dienst beschikbaar komen in de AirHub Drone Operations Center (DOC), waarmee de specifieke procedures voor het uitvoeren van dronevluchten buiten het zicht van de operator (BVLOS - Beyond Visual Line of Sight) worden geautomatiseerd en gedigitaliseerd in combinatie met U-Space.

Doelstelling

De doelstelling is het ontwikkelen van de technische mogelijkheid waarin het detect and avoid drone aansturing algoritme berekent op basis van de input van onderstaande bronnen (1, 2, 3, 4) een route voor de drone en automatisch de uit te voeren route van de drone update op basis van input van de volgende vier punten:

1. Het opstellen en exporteren van een digitaal vliegplan (geo-fence corridor) en het importeren van geplande vluchtplannen, zodat alle dronevluchtroutes bekend zijn bij de luchtverkeersleiding en in het AirHub DOC.
2. Het integreren en zichtbaar maken van alle drones middels het verzenden van positiegegevens van de drone en andere luchtverkeersdeelnemers die om de drone heen vliegen via transponders verbonden via 4G/5G.
3. Een integratie met RemoteID. Hierbij zendt de drone de Remote ID-gegevens uit door middel van een laagvermogen radioverbinding. Dit signaal kan in een straal van enkele kilometers worden opgepikt zonder netwerkdekking en geeft informatie over de drone, de locatie en de operator.
4. Input vanuit de sensoren van de drone zelf.

Conclusie

Wanneer deze oplossing haalbaar is en in de praktijk kan worden gebracht, kunnen drones op grote schaal autonome BVLOS-vluchten uitvoeren waarbij op een betrouwbare manier ander luchtverkeer kan worden gedetecteerd en ontweken.