Project Gasloos

Inleiding

Coöperatieve Zuivelonderneming CONO B.A. (hierna te noemen CONO) heeft als doel om tegen 2030 de CO2-uitstoot met 75% te verminderen ten opzichte van 2020 en uiteindelijk klimaatpositief te worden. “CONO Kaasmakers spreekt als eerste zuivelorganisatie in Nederland de ambitie uit om in 2030 met haar hele kaasketen klimaatneutraal te zijn. Klimaatneutraal is de volgende ambitieuze stap van CONO om de continuïteit voor volgende generaties te waarborgen. Hiermee bevestigen we onze toonaangevende rol op het gebied van duurzaamheid. Ons motto is zo weinig mogelijk energie verbruiken en verspillen. Circulaire restwarmte zoveel mogelijk hergebruiken.” Om deze ambitieuze doelstelling te realiseren, heeft CONO een routekaart. Deze routekaart bevat verschillende scenario's en oplossingen om de energiestromen te optimaliseren en de CO2-uitstoot te reduceren. De kaasmakerij is al sinds 2020 klimaatneutraal standaard, waarbij de volgende uitdaging is om van het gas af te gaan.

Doelstelling

Om het doel van energie-efficiëntie en de CO2-uitstoot te reduceren te bereiken, heeft CONO beoogd om over te stappen van het huidige gasgestookte productieproces (dat de melk verwarmt) naar een proces gebaseerd op geïntegreerde, grootschalige industriële warmtepompen. CONO streeft ernaar om een grote energiesparing te realiseren in het huidige productieproces in de zuivelfabriek te Westbeemster, waar koemelk wordt verwerkt tot onder andere wei, eiwitpoeder en Beemsterkaas.

De warmtepompen op de ijswaterinstallatie en afvalwater zijn ontworpen om warmte te genereren, wat een aanzienlijke efficiëntieverbetering betekent en de CO2- en NOx-uitstoot reduceert. Een E-boiler is bovendien nodig voor hogere temperaturen en bedrijfszekerheid. Een warmtepomp oogst (rest)warmte uit de koelinstallatie en afvalwater en brengt deze met elektriciteit als hulpenergie op een bruikbaar (warmte)niveau (max 90°C), waarmee aardgas bespaard kan worden. De installatie bespaart op koelenergie en op verwarmingsenergie. Een dergelijke installatie is inpasbaar binnen het proces en terrein. Wel zal het stoomnet binnen CONO vervangen moeten worden door een warmwaternet.

Korte omschrijving

Samen met de leveranciers wordt een systeem van warmtepompen ontworpen en geïmplementeerd, waarbij de bestaande gasgestookte stoomketel in de kaasmakerij wordt vervangen. Tevens dient de fabrieksruimte heringericht te worden voor de warmtepompsystemen en toebehoren, en de bestaande installaties moeten worden aangepast of gedemonteerd. Elk van deze stappen is essentieel om de visie van energiebesparing en duurzame zuivelfabriek te realiseren.

De implementatie van een vijftal geïntegreerde industriële warmtepompen (3x warmtepomp op de ijswaterinstallatie van 1.500 kW per stuk en 2x warmtepompen op het afvalwater van 968 kW per stuk) ter vervanging van de huidige warmtevoorziening (gasgestookt) is een cruciale stap in dit traject. Met deze warmtepompsystemen wordt de energie-efficiëntie verhoogd, terwijl tegelijkertijd CO2- en NOx-emissies worden gereduceerd. Bovendien ondersteunt deze transformatie de missie en kernwaarden van CONO, waaronder voortdurende verduurzaming van processen. De verwachte reductie op de milieu-impact van dit project is aanzienlijk, met de potentie om aardgasgebruik en gerelateerde uitstoot aanzienlijk te reduceren.

Resultaat

De geplande activiteiten van CONO gaan leiden tot een aanzienlijke verbetering van hun energie-efficiëntie en een reductie van de milieu-impact. Met de vervanging van hun conventionele stoomketel en andere verouderde apparatuur door geïntegreerde industriële warmtepompen, wordt een substantiële reductie van het aardgasverbruik gerealiseerd en daarmee hun CO2- en NOx-uitstoot.

Naar verwachting gaat dit resulteren in een besparing van:

1. 3.782.235 Nm3 aardgas
2. Een extra elektraverbruik van 7.198.335 kWh per jaar

Bovendien zal de totale CO2-uitstoot aanzienlijk worden gereduceerd. Een totale CO2-reductie van 4.641 ton zal dit per jaar opleveren. Dit betekent een totale reductie in 15 jaar van 69.616 ton CO2-eq. emissie. Om de transitie van stoomketel naar warmtepompen te kunnen maken en daarbij de beschikbare reststromen van warmte nuttig in te zetten, zijn er naast de technische voorzieningen en noodzakelijke aanpassingen in het warmtetransport ook aanpassingen noodzakelijk aan de interne en externe energie-infrastructuur.