Ontwikkeling robuuste zaadvaste maïs prototypen voor Noord-Nederland

Inleiding

In de toekomstige duurzame en circulaire landbouw zullen diervoedergewassen, zoals snijmais, regionaal geproduceerd gaan worden. In de huidige teelt van maïs worden F1 (hybriden) rassen in het buitenland veredeld, geproduceerd en vervolgens geïmporteerd. F1 maïsrassen hebben tegenwoordig door plantenveredeling een zeer nauwe genetische basis en zijn vaak onder extreme omstandigheden minder robuust en aangepast aan Noord-Nederland.

Probleemstelling

Door hybridisatie van sterk ingeteelde genetische bronnen is mogelijk een deel van het aanpassingsvermogen van F1 rassen verloren gegaan. Door de klimaatveranderingen zal er ook in Noord-Nederland in de toekomst vaker sprake zijn van extremere groeiomstandigheden. De opbrengsten en voedselvoorziening kunnen daardoor onder druk komen te staan.

Oplossing

Tegelijkertijd zal de afhankelijkheid van de import van voedsel moeten worden verminderd en zal er meer regionaal geproduceerd moeten worden. Een alternatief voor F1 hybride rassen zijn open bestoven (OP) rassen. Deze rassen hebben per definitie een zeer brede genetische basis en zijn door telers zelf door te vermeerderen.

Voordelen van OP-rassen

Telers zijn hierdoor in staat zelf planten te oogsten die goed presteren onder zijn/haar lokale teeltomstandigheden. Een OP-ras kan zich hierdoor in de tijd aanpassen aan de groeiomstandigheden. OP-rassen kunnen dus mogelijk een belangrijke bijdrage aan de toekomstige kringlooplandbouw en klimaatadaptatie leveren.

Projectdoel

In dit project wordt getracht prototypen te ontwikkelen met een brede genetische basis die zaadvast, open bestoven, robuust, klimaatadaptief en aangepast zijn voor Noord-Nederland.