Verrijdbare Cleanroomcontainer

Inleiding

Jaarlijks produceren bedrijven in Nederland ruim een miljard kilo aan bedrijfsafval. Bijna tien procent daarvan betreft karton-, hout- en plasticafval; dit zijn materialen die vaak worden gebruikt voor eenmalige verpakkingen. Slechts een deel kan gerecycled worden, de rest wordt gestort of belandt in verbrandingsovens.

Probleemstelling

Een sector die momenteel een grote afnemer is van eenmalige verpakkingen is de semi-conductorindustrie. De noodzaak voor verpakkingen in deze industrie is enorm, ingegeven door het feit dat veel van de producten die deze sector vervoert voortkomen uit een cleanroom-omgeving.

Het voorkomen van contaminatie bij producten die voortkomen uit deze omgeving is de voornaamste eis bij vervoer. Vandaar dat elk product dat vanuit een cleanroom wordt vervoerd, meerdere keren volledig wordt ingepakt, in veel gevallen met plastic.

Doelstelling

Faes Cases BV (hierna: Faes) richt zich op het ontwikkelen van cases (verpakkingen) voor vervoer. Door middel van duurzaam verpakken wil Faes een bijdrage leveren aan afvalvermindering en het verkleinen van de ecologische afdruk.

Faes ziet een mogelijke kans om het gebruik van eenmalige verpakkingen die voortkomen uit het vervoer tussen cleanrooms te verminderen. Hierbij wil ze onderzoeken of het technisch mogelijk is om een verrijdbare container te ontwikkelen die tegen een cleanroom geplaatst kan worden, waardoor de inhoud niet meer manueel in plastic zakken verpakt hoeft te worden.

Innovatie

Deze verrijdbare container kan door middel van een nog te ontwikkelen interface geopend worden vanuit de cleanroom, om vervolgens de producten in de cleanroom te "trekken". Hiermee wil Faes een oplossing aanbieden waarmee producten op een milieuvriendelijke manier tussen cleanrooms kunnen worden verplaatst.

Bijkomend voordeel van deze ontwikkeling is dat de handlingstijd met 70% kan worden verkort.

Haalbaarheid

Er schuilen zowel in de technische als economische haalbaarheid nog verschillende vragen die Faes beantwoord wil hebben, voordat ze kan besluiten een ontwikkelingstraject te starten.

Technisch wil Faes graag te weten komen of het mogelijk is om de inhoud van de container te allen tijde compleet af te sluiten van de buitenwereld, zowel tijdens het transport als tijdens het koppelen.

Economisch richten de vraagstukken zich op:

1. Kostprijs ten opzichte van het aanbieden voor een concurrerende prijs.
2. De verwachte winst uit 'first-mover-advantage' indien patenteren niet mogelijk is.

Verwachtingen

Faes hoopt middels een haalbaarheidsonderzoek inzichtelijk te krijgen of de beoogde ontwikkeling te realiseren is en of het uiteindelijk mogelijk is om een marktaandeel voor zich te winnen waarmee ze de investering kan rechtvaardigen.

De beoogde innovatie zou resulteren in een besparing van 450 miljoen ton plastic. Indien de ontwikkeling haalbaar is, verwacht Faes hiermee een enorme verduurzamingsslag te kunnen maken.